SCHWESTER MARIA AURELIANA
“Als wij met Christus zijn gestorven, zullen wij ook met hem leven.”
2 Tim. 2:11
Op zondagavond 12 oktober kwam er voor zuster M. Aureliana een einde aan haar aardse levensweg.
Margarete Maria Lange werd op 24 mei 1932 geboren als jongste kind van molenaar Josef Lange en zijn vrouw Theresia, geboren Scheffer, in Braunsberg, Oost-Pruisen. Ze had nog een zus en een broer.
Van 1938 tot 1944 ging ze naar de basisschool in Braunsberg. Zoals veel gezinnen in die oorlogstijd moest ook de familie Lange hun thuisland ontvluchten toen in februari 1945 het Russische front steeds dichterbij kwam. Zuster M. Aureliana had levendige herinneringen aan deze dramatische vlucht en was ervan overtuigd dat het vertrouwende gebed van de familie tot de Moeder Gods niet tevergeefs was geweest. Ze voelde zich in alle gevaren trouw door haar beschermd.In Dinklage, in het Oldenburger Münsterland, waar het gezin zijn eerste nieuwe thuis vond, haalde Margarete haar diploma van de basisschool. Daarna hielp ze mee op de boerderij van het gezin dat haar na haar vlucht had opgevangen.
Ze schrijft: "Toen ik 16/17 jaar was, werd ik innerlijk onrustig. Ik moest iets ondernemen. Vaker naar het bedevaartsoord Bethen gaan: bidden om duidelijk inzicht in mijn roeping." Ter gelegenheid van de professieceremonie van haar oudere zus Dora (zuster M. Berchmane) in Mülhausen in mei 1952 besloot ze toe te treden tot de zusters U.L. Frau in Mülhausen.
Na afloop van haar noviciaat werd zuster M. Aureliana in verschillende vestigingen van de provincie Mulhouse ingezet op het gebied van huishouding, in de wasserij, de keuken en de tuin.
Zuster voltooide in april 1964 haar opleiding tot huishoudster in Geldern en was vervolgens 40 jaar lang hoofd van de internaatkeuken van de daar gevestigde instelling.
Na deze functie was zuster verantwoordelijk voor het koken voor de zustergemeenschap in Geldern, waar ze met veel plezier en zorg voor de zusters bleef zorgen.
In al haar taken werd haar betrouwbare, competente, rustige en vriendelijke, voorkomende karakter benadrukt, wat aantoont dat zuster haar taken met liefde en vreugde uitvoerde.
Toen ze in januari 2017 naar Mülhausen, Haus Salus verhuisde om van haar welverdiende pensioen te genieten, behield ze haar zelfstandigheid en leefde ze gelukkig en tevreden in de gemeenschap.
Door een acute ziekte moest ze in het ziekenhuis worden opgenomen. Nadat haar gezondheidstoestand na een dag enigszins was gestabiliseerd, werd zuster teruggebracht naar Haus Salus, zoals ze had gewenst. Ze was duidelijk blij om weer ‘thuis’ te zijn. Na korte tijd ging ze rustig en onopgemerkt naar haar eeuwige thuis.
In de tweede lezing van zondag stond: “Als we met Christus zijn gestorven, zullen we ook met hem leven.” Zo zal het voor zuster M. Aureliana zijn uitgekomen.
SCHWESTER MARIA GERTRUDIS
“Heer, wijs mij uw weg, leid mij op het rechte pad.”
Op 4 september 1938 werd Maria Anna geboren als vijfde kind van het echtpaar Josef Lohmann en zijn vrouw Elisabeth, geboren Glandorf, in Holdorf. Haar roepnaam was Marianne. Toen ze twee jaar oud was, verhuisde het gezin naar Lohnerwiesen / Lohne. Marianne bracht een beschermde jeugd door in het gezelschap van haar vier broers en zussen. Op zesjarige leeftijd ging ze naar school in Lohne. Na haar schooltijd nam ze een baan aan in een huishouden in Lohne. Marianne schrijft in haar cv: “Ondanks het vele werk, er waren daar 9 kinderen en een zakelijk huishouden, deed ik dit werk met hart en ziel, ik was erg gehecht aan de kinderen. Alleen de gedachte om zuster te worden was voor mij aanleiding om bij de familie Holthaus weg te gaan.” In haar getuigschrift staat: “Marianne was eerlijk, ijverig en netjes. Ze was altijd lief en aardig voor de kinderen.” Marianne schrijft verder in haar cv: “Op 1 oktober 1955 kwam ik naar Damme, blij en dankbaar dat ik nu aanzienlijk dichter bij mijn doel was gekomen.” In Damme werkte Marianne in het kindertehuis van de Zusters van Onze Lieve Vrouw in de keuken en met de kleuters, totdat ze op 15 mei 1957 in Coesfeld tot de congregatie van de Zusters van Onze Lieve Vrouw mocht toetreden. Na haar eerste professie in april 1960 werd zuster M. Gertrudis overgeplaatst naar Handorf. Hier nam ze de leiding van een meisjesgroep op zich. Maar ze voelde zich aangetrokken tot het noorden van de provincie, dicht bij haar geboorteplaats. Zo werkte ze in de kleuterscholen in Meppen en in Essen/Oldenburg, en daarnaast kreeg ze de zorg voor de kapel toevertrouwd. Haar tijd als groepsverpleegster in het St. Antoniusstift in Damme van 1964 tot 1968 werd onderbroken door het tertiaat in Rome. In ons generalaat in Rome legde zuster M. Gertrudis op 28 mei 1965 haar eeuwige geloften af. Daarna werd haar in Damme de groep kleuters toevertrouwd. Het waren 13 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. De toenmalige huismoeder en jeugdleider zuster M. Anna schrijft in haar beoordeling: "Zuster Maria Gertrudis was zowel op verpleegkundig als op pedagogisch gebied opgewassen tegen deze taak. Ze was zich bewust van het belang van de opvoeding van kleuters in deze jaren en leidde de groep liefdevol en consequent. Zuster Maria Gertrudis vertrekt om zich verder te scholen in de kinderziekenverpleging."
Zo begon zuster M. Gertrudis in april 1968 haar opleiding tot kinderverpleegkundige in het kinderziekenhuis St. Johann in Osnabrück, die ze in april 1971 met succes afrondde en met liefdevolle consequentie zorgde ze voor alle kinderen die aan haar waren toevertrouwd. Jarenlang werkte ze samen met haar biologische zus Käthe.
In de loop der jaren kreeg zuster M. Gertrudis te maken met gezondheidsproblemen, waardoor ze niet meer in de groep kon blijven werken. Ze zette zich als verpleegster in voor oude en zieke medezusters, totdat ze zelf steeds meer hulp nodig had. Lopen ging haar steeds moeilijker af. Al snel was ze aan een rolstoel gekluisterd. Toen in 2017 de verpleegafdeling in Vechta werd opgeheven, verhuisde zuster M. Gertrudis samen met andere zusters naar Coesfeld, naar het seniorencentrum in de Salus-afdeling. De laatste tijd leidden diabetes en doorbloedingsstoornissen tot een gedeeltelijke amputatie van haar linkervoet. Sr. M. Gertrudis kreeg deskundige hulp van de verpleegkundigen en alle steun van haar medezusters. Moge onze goede God haar nu de weg naar zijn hemelse rijk wijzen.
SCHWESTER MARIA HEDWIGIA
Renate Kleineidam werd op 14 juli 1938 geboren als dochter van de zadelmaker Georg Kleineidam en zijn vrouw Hedwig, geboren Staude, in Grenzeck, district Glatz in Neder-Silezië.
Renate had nog twee broers. In haar levensloop schrijft ze: "Toen ik zes jaar oud was, ging ik twee maanden naar de basisschool in mijn geboorteplaats. Toen brak de oorlog uit en werden we verdreven. Onze vader stierf op 14 maart 1944 in Rusland. We kwamen in Lorup terecht,Kreis Aschendorf, en daar werd ik in 1946 opnieuw ingeschreven op de katholieke basisschool.“ Na haar afstuderen in 1954 verliet Renate het ouderlijk huis en kwam ze naar Damme, naar het Antoniusstift, om te werken als hulp in een kindergroep. Ze schrijft: ”Het werk in de groep gaf me veel plezier en ik wil graag zuster van Onze-Lieve-Vrouw worden."
Zo begon Renate op 11 oktober 1956 haar postulaat in de Liebfrauenburg in Coesfeld en kreeg bij haar intrede haar ordenaam Sr. M. Hedwigia. Na haar eerste professie in 1959 nam Sr. M. Hedwigia de leiding over van een meisjesgroep in Ahlen, St. Michael.
Het sociaal-pedagogische werk zou voortaan haar levensloop bepalen, namelijk in Handorf en in Büren.
In 1961 kwam ze bij het Vinzenzwerk in Handorf, een sociaal-pedagogische instelling voor kinderen en jongeren. Deze plek zou jarenlang haar werkterrein blijven, waar ze zich met al haar kracht en met heel haar hart inzette voor de kinderen en jongeren die aan haar waren toevertrouwd.
Naast haar werk volgde ze de “Höhere Fachschule für Sozialarbeit” (hogere vakschool voor maatschappelijk werk) in Dortmund en slaagde in mei 1973 met goed gevolg voor het examen als opvoedster voor de examencommissie.
In 1988 verhuisde zuster naar Büren en werkte daar in ons internaat voor late repatrianten. Toen het internaat werd gesloten, richtte ze daar het daginternaat op, dat ze leidde tot de ontbinding van het klooster in 2016. Ook hier zette ze haar kennis en ervaring van jarenlang pedagogisch werk nauwgezet in.
In 2016 verhuisde zuster M. Hedwigia naar Coesfeld, naar het klooster Annenthal in het seniorencentrum. Lange tijd verrichtte ze nog kleine diensten. In de loop der jaren kreeg ze te maken met gezondheidsproblemen. Ze onderhield regelmatig contact met haar broer Georg en met veel van haar ‘kinderen’ uit Handorf. Ze bracht slechts enkele weken door op de verpleegafdeling. Een zware val en de gevolgen daarvan leidden ertoe dat ze voortaan bedlegerig was. Sr. M. Hedwigia kreeg deskundige hulp van de verpleegsters en alle steun van haar medezusters. Op zondagochtend, voor het ochtendgebed van de zusters, gaf Sr. M. Hedwigia haar leven terug in Gods handen. Een lang kloosterleven is in God voltooid.
SCHWESTER MARIA HERLINDIS
“Uit de mond van kinderen haal je lof, o Heer!”
In haar lange kloosterleven heeft zuster M. Herlindis door haar taak als opvoedster, die ze met veel inlevingsvermogen en begrip heeft vervuld, bijgedragen aan de lofprijzing van God in de zin van het psalmvers dat ze als motto had gekozen.
Gerharda Gaewers werd op 13 december 1937 geboren als oudste dochter van het echtpaar Franz en Gertrud Gaewers in Gescher. Ze had nog drie broers en een zus. Na de basisschool in haar geboorteplaats hielp ze in het bedrijf van haar ouders. In 1954 ging ze voor een jaar naar de zusters U. L. F. in St. Tönis om een opleiding te volgen in koken en huishouding. Tot haar intrede als postulante in Mülhausen op 15 oktober 1958 werkte ze op een boerderij in Gescher-Estern. Bij haar intrede kreeg ze de naam zuster M. Herlindis.
Na haar professie in augustus 1961 was ze in verschillende vestigingen van de provincie Mülhausen werkzaam bij de receptie, in de gastenzorg, de wasserij en de huishoudelijke dienst.
Van 1976 tot 1978 volgde ze een opleiding tot opvoedster aan de vakschool voor sociaalpedagogiek in Vechta. Daarna werkte ze als groepsleidster in het kindertehuis in Wachtendonk, in het Annenhof in Kempen en in het schipperskindertehuis in Duisburg-Ruhrort. Zuster M. Herlindis was een goede pedagoge, ze straalde vertrouwen uit en wist elk kind in zijn eigenheid te benaderen. Door haar begrip en haar tegemoetkomendheid kon ze nieuwkomers helpen zich in de groep thuis te voelen. Zuster M. Herlindis hechtte veel waarde aan een goede samenwerking met het team van opvoeders, de ouders van de kinderen en jongeren en de officiële instanties zoals de jeugdzorg en de Caritasvereniging. Tijdens gesprekken en conferenties gaf ze op zakelijke en objectieve wijze haar mening en bezwaren weer. Door haar goede observatievermogen kon ze concrete voorstellen doen voor het oplossen van problemen
Na haar vertrek als opvoedster nam zuster M. Herlindis huishoudelijke taken op zich in Vossenack en Kempen, totdat ze in 2012 naar Haus Salus in Mülhausen verhuisde. Dit was nodig na een zware operatie. Zr. M. Herlindis paste zich snel aan haar nieuwe leefomgeving aan en toen haar gezondheid dat toeliet, nam ze enkele jaren de taak van sacristijn op zich. Ook hier was ze betrouwbaar en zorgvuldig. Ze deed kleine boodschappen voor de zusters, nam deel aan het gemeenschapsleven en sociale activiteiten en organiseerde haar dagelijks leven op haar eigen bedachtzame en rustige manier. Ze onderhield ook goede contacten met de ‘buitenwereld’. Ze uitte herhaaldelijk haar tevredenheid met de omstandigheden en beperkingen en leefde vanuit de geloofsovertuiging dat het goed is zoals God het heeft bepaald.Een ernstige val maakte een operatie noodzakelijk, waaraan zij overleed. Terwijl de gemeenschap in Haus Salus in de kapel bijeen was gekomen voor het vespergebed en in het hymne bad: “Kom, voltooien nu uw rijk en leid ons naar het koninklijk maal”, was dit verzoek voor zuster M. Herlindis al vervuld.
SCHWESTER MARIA PAULITTA
Christa SCHMEDES
Christa Schmedes werd op 27 november 1941 geboren als dochter van Heinrich Schmedes en zijn vrouw Kunigunde, geboren Bothe, in Bühren, district Cloppenburg. Samen met haar drie broers en zussen beleefde ze een gelukkige, onbezorgde jeugd. In 1956 rondde ze haar basisschoolopleiding in haar geboortedorp Bühren met zeer goede resultaten af. Daarna ging Christa naar de vakschool voor vrouwen in Vechta. Hier kwam ze voor het eerst in contact met de zusters van Onze-Lieve-Vrouw. In Münster behaalde ze voor de examencommissie het diploma dat haar toegang gaf tot de vakschool voor kleuterleidsters en naschoolse opvangmedewerkers. In die tijd woonde ze al als aspirant in de Liebfrauenburg in Coesfeld. In de hieraan verbonden beroepsschool kon Christa nu de vakschool voor sociaalpedagogiek volgen, die ze in maart 1961 met zeer goede resultaten afrondde.
In datzelfde jaar trad Christa toe tot het noviciaat van de Zusters van Onze Lieve Vrouw en kreeg bij haar intreed haar ordenaam Maria Paulitta. Na haar eerste professie in 1964 zette zuster M. Paulitta haar pedagogische vaardigheden in in de kleuterschool “Herz Jesu” in Bocholt. Daar kreeg ze ook de kans om deel te nemen aan het “Sociaal Seminarie”, een aanbod van het bisdom Münster. In 1969 legde zuster M. Paulitta haar eeuwige geloften af in ons generalaat in Rome.
Het was haar wens om als godsdienstdocente te mogen werken. Daarom bereidde ze zich in Coesfeld voor op haar studie en verhuisde ze in 1969 naar Paderborn, waar ze aan de hogeschool voor godsdienstpedagogiek studeerde, die ze in 1971 afrondde. Daarna volgde haar erkenningsjaar in Rhede op een basisschool. In 1972 keerde zuster M. Paulitta voor vele jaren terug naar de Liebfrauenschule in Coesfeld als godsdienstlerares en later ook als schoolpastor.
Van 1991 tot 2001 woonde ze met twee medezusters in de gemeente Goxel in Coesfeld, waar ze een extra werkterrein vond.
Na haar actieve loopbaan verhuisde zuster M. Paulitta van Liebfrauenburg naar het klooster An-nenthal. Hier vond ze een nieuw werkterrein in het samenleven met onze oudere zusters. Met haar rustige en bedachtzame aard was ze een goede luisteraar. Ze was ook altijd bereid om kleine boodschappen in de stad te doen, talloze ritjes met de fiets naar artsen en apotheken waren haar nooit te veel.
Enkele jaren geleden kreeg ze te maken met gezondheidsproblemen, waarbij het verlies van haar linkeroog een enorme ingreep was. Zuster M. Paulitta hield van de vroege ochtend. Het was niet ongewoon om haar in elk seizoen nog voor het ontbijt met haar rollator in het park of in de tuin te zien. Ze genoot in stilte van de natuur en beschouwde het groeien, rijpen en oogsten als een groot, persoonlijk geschenk.
Zuster M. Paulitta heeft al die jaren goed contact gehouden met haar familieleden.
Door een val was ze de laatste weken aan bed gekluisterd. Haar lichamelijke zwakte nam met de dag toe. Sr. M. Paulitta kreeg deskundige hulp van de verzorgsters en alle steun van haar medezusters.
Zo stil als ze geleefd heeft, zo stil gaf ze ook haar leven terug in Gods handen. Een lang leven is in God voltooid.
SCHWESTER MARIA MARTINA
Martha KEMME
Heer, U kent mijn hart en U weet alles.
Zuster Maria Martina werd op 25 december 1935 geboren als dochter van Josef Kemme en zijn vrouw Elisabeth, geboren Meyer, in Kettenkamp/district Bersenbrück. Bij haar doop kreeg ze de naam Martha. Zuster Martina had nog drie broers. Van 1942 tot 1951 ging ze naar de basisschool in Kettenkamp, daarna volgde ze twee jaar lang de landbouwschool in Nortrup. Na afloop van deze schooltijd paste ze de vaardigheden die ze had opgedaan toe in het huishouden van haar ouders. In 1955 leerde ze onze zusters in Löningen kennen, waar ze een jaar lang als leerling-kok werkte. De toenmalige huismoeder, zuster Maria Elfriede, schreef in Martha's getuigschrift: “...De fundamentele houding van juffrouw Martha, haar vrolijke karakter, haar inzet en bereidheid om te helpen, zorgden ervoor dat ze de erkenning en het vertrouwen van de zusters, de trouwe verbondenheid met haar metgezellen en de welwillendheid van iedereen die haar leerde kennen, verwierf.”
Martha keerde voor nog eens zes jaar terug naar het ouderlijk huis, totdat ze tot 1964 als huishoudster bij een dierenartsenfamilie werkte. Daar nam ze in 1964 met een zeer goed getuigschrift afscheid.
1964 trad Martha toe tot het noviciaat van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw in Vechta en kreeg bij haar intreed haar ordenaam: zuster Maria Martina. Na haar eerste professie in 1967 werd zuster Maria Martina ingezet in verschillende huishoudelijke functies, totdat ze in 1968 haar opleiding tot verpleegkundige voor ouderen kon beginnen in het St. Marien-Heim in Belm. In 1969 rondde ze deze opleiding met zeer goed resultaat af. Vanaf dat moment was ze werkzaam op de verpleegafdeling van het provinciehuis Vechta - MaInrienhain. Van 1974 tot 1977 breidde zuster Martina haar kennis op het gebied van ouderen- en ziekenverpleging uit aan de verpleegschool in Vechta. Met enkele onderbrekingen bleef Vechta het middelpunt van haar leven. Tot 2018 werkte ze als verpleegster op de ziekenafdeling in Vechta - Marienhain. Haar hele leven lang zette ze zich met alle kracht en toewijding in voor de zusters die aan haar waren toevertrouwd, zowel in Vechta als later, toen ze al met pensioen was, in Coesfeld. In de loop der jaren kreeg zuster Martina te maken met gezondheidsproblemen.
Omdat de ziekenboeg in Vechta werd opgeheven, verhuisde zuster Maria Martina na een langdurig verblijf in het ziekenhuis met pijn in het hart naar Coesfeld, naar het klooster Annenthal; ze woonde nu in het bejaardentehuis. Hier ontmoette ze enkele van haar medezusters uit Vechta weer. Gedeelde herinneringen aan de tijd in Vechta maakten het haar gemakkelijker om zich aan te passen. Zuster Maria Martina nam graag deel aan de activiteiten van de sociale dienst en verrijkte de gesprekken met haar bijdragen en ervaringen uit haar leven. Ze onderhield goede contacten met haar familie en verheugde zich over bezoekjes uit haar geboortestreek. Pijnlijke doorbloedingsstoornissen bemoeilijkten in de loop van de tijd haar dagelijks leven, maar ze was slechts korte tijd bedlegerig en verbleef in de verpleegafdeling. Ze kreeg deskundige hulp van de verpleegsters en alle steun van haar medezusters. Ze sprak steeds weer haar dankbaarheid uit tegenover iedereen die haar kwam bezoeken, haar hielp en haar begeleidde.
“Heer, U kent mijn hart en U weet alles”, luidde haar levensmotto. Haar vertrouwen in Gods hulp en barmhartigheid werd vervuld op het moment van haar overlijden. Een lang kloosterleven is in God voltooid.
SCHWESTER MARIA IRMENGARDE
Magdalene Therese Busch
“In hem leven we, bewegen we en zijn we.”
Op vrijdag 11 juli voltooide Zr M. Irmengarde haar aardse levensreis. Haar geloofsovertuiging, die haar haar hele leven heeft begeleid en gesterkt in de bovengenoemde woorden van de apostel, werd voor haar op een nieuwe manier vervuld.
Magdalena Busch werd op 30 juni 1931 geboren in Essen als eerste van drie kinderen van Hermann en Maria Busch. Naar eigen zeggen had ze een beschermde jeugd ondanks de ernstige ziekte van haar vader en de vroege dood van haar broertje. Op 5-jarige leeftijd ging Magdalena naar de vroege communie, voorbereid door haar ouders.Zr M. Irmengarde vertelde ook over de oorlogsdreiging, de vervolging van Joodse mensen (haar beste vriendinnen behoorden tot hen), nachtenlange bombardementen, gevangenschap en gedwongen evacuatie. De familie overleefde deze bedreigende situaties dankzij hun diepgewortelde geloof. Door de oorlog was het in de eerste jaren niet gemakkelijk om naar de basisschool te gaan. De verwoeste flat thuis maakte het noodzakelijk om in 1946 naar een kostschool in Mulhouse te verhuizen.
Toen Magdalena in 1951 aan haar postulaat begon, had ze een dubbele belasting: de kennismaking met het religieuze leven en de voorbereiding op de Abitur.
Magdalena kreeg bij haar professie de naam Zr. M. Irmengarde. Na haar eerste professie in 1954 leidde ze een internaatsgroep in Rheinbach. Tegelijkertijd studeerde ze aan de lerarenopleiding in Keulen om lerares basisonderwijs te worden. Tot haar tweede lerarenexamen gaf ze les op onze school in Ratingen en volgde ze de 6-semestercursus ter voorbereiding op het leraarsberoep in het voortgezet onderwijs met de vakken biologie, natuurkunde en scheikunde terwijl ze werkte.
Na 15 jaar les te hebben gegeven aan onze Liebfrauenschule in Mülhausen, werd Zr. M. Irmengarde in 1975 benoemd tot hoofd van de middelbare meisjesschool in Geldern, die werd geleid door het bisdom Münster.
Na haar pensionering als lerares bleef Zr M. Irmengarde actief. Ze volgde een opleiding tot ziekenhuispastor, was betrokken bij het ouderenpastoraat in de parochie, nam organistentaken op zich en gaf privéles. Ze zorgde met veel enthousiasme en empathie voor asielzoekers. Haar regelmatige bezoeken aan het bejaardentehuis “Haus Golten” werden zeer gewaardeerd door de bewoners.
Zr. M. Irmengarde bleef tot het einde verbonden aan de door haar opgerichte “Liebfrauenbund”, een groep vrouwen die verbonden is aan onze communiteit.
In 2013 verhuisde ze samen met Zr. M. Gertrudis naar Haus Salus in Mülhausen. Ze raakte snel ingeburgerd, herstelde en genoot van de ontspanning van alledag voor ouderen, de sociale programma's in het huis en het leven en bidden in gemeenschap. Ze praatte graag over actuele gebeurtenissen in de congregatie, de kerk en de wereld.
Toen haar kracht in de loop der jaren afnam en de gevolgen van ziekte merkbaar werden, zei ze dat ze klaar was om afscheid te nemen, maar benadrukte: “Iemand anders zal beslissen wanneer de tijd daar is.”
Nadat Zr M. Irmengarde bijna 40 jaar samen met Zr M. Gertrudis in Geldern had gewoond en gewerkt, werd ze slechts 18 dagen na hun overlijden door God naar huis geroepen. In het evangelie van de dag van haar dood hoorden we de vraag van Petrus: "We hebben alles achtergelaten .... Wat krijgen we ervoor terug?“ en het antwoord van Jezus: ”Jullie zullen ... het eeuwige leven krijgen!". In geloof weten we dat deze belofte nu is vervuld voor Zr. M. Irmengarde.
SCHWESTER MARIA GERTRUDIS
Elisabeth Koch
"Jezus leeft, en met Hem leef ik ook! Dit is mijn vertrouwen."
Gal. nr. 336
Elisabeth Koch werd op 5 maart 1927 geboren als oudste dochter van Franz-Josef en The-resia Koch in Selkentrop, district Meschede. Ze had een zus en twee broers.
Na de lagere school ging ze in de leer in de huishouding op de boerderij van haar ouders en deed examen bij een erkend extern bedrijf. Daarna ging ze naar de plattelandsvrouwenschool in Geldern. Na de plotselinge dood van haar vader runde ze samen met haar moeder het familiebedrijf en was ze verantwoordelijk voor de jonge vrouwen in opleiding.
Nadat haar jongere broers en zussen hun opleiding hadden voltooid, trad Elisabeth in 1952 toe tot onze congregatie in Mülhausen en kreeg bij haar inwijding de naam Maria Gertrudis.
Na haar afstuderen aan de Liebfrauenschule in Mülhausen begon Zr. M. Gertrudis haar studie aan het Berufspädagogisches Institut Frankfurt am Main, met als specialisatie huishoudkunde. Deze opleiding kwalificeerde haar voor haar latere taken aan de Landfrauenschule in Geldern en ze was in staat om jonge mensen te onderwijzen en te instrueren in overeenstemming met haar wensen. Zr M. Gertrudis werd in 1969 benoemd tot hoofd van de vakscholen in Geldern. Naast deze taak werd haar ook het ambt van plaatselijke overste toevertrouwd. Af en toe was ze ook hoofd van het internaat, provincieraadslid en hoofd van het junioraat. Ze voerde alle taken die haar werden toevertrouwd uit met betrouwbaarheid en grote ijver, net zoals ze had gedaan in de boerderij en het huishouden van haar ouders. Zuster M. Gertrudis zei achteraf dat ze “het niet iedereen naar de zin kon maken” en voegde eraan toe: “Maar Jezus ook niet!”.
In 2013 verhuisde Zuster M. Gertrudis samen met Zuster M. Irmengarde naar Haus Salus in Mülhau-sen. Beide zusters kenden elkaar al sinds hun noviciaatsperiode en werden herenigd door hun onderwijsactiviteiten in Geldern. Zuster M. Gertrudis zei vaak: “We vulden elkaar altijd aan.” Als vriendinnen steunden ze elkaar in de beperkingen van de ouderdom en leefden ze vanuit gedeelde herinneringen
Ondanks ernstige gehoor- en gezichtsproblemen bleef Zr. M. Gertrudi positief in het leven staan. Ze nam deel aan het gemeenschapsleven en sociale programma's en ze vond het belangrijk om kerkdiensten bij te wonen. Ze was tot het einde in alles geïnteresseerd en volgde de ontwikkelingen in de kerk, de maatschappij, de congregatie en in Geldern.
Haar familie was ook erg belangrijk voor haar en ze nam hen altijd mee in haar gebeden. Ter gelegenheid van haar 70-jarig kloosterjubileum was een bezoek aan haar familie in Sauerland enkele weken geleden een bijzondere gebeurtenis, waar ze tot het einde toe blij mee was.
De dagelijkse lezing op de dag van haar overlijden luidde: “De Heer zei tegen Abraham: Ga weg uit je land, uit je familie en uit je vaders huis ...”. Zr M. Gertrudis volgde deze oproep van de Heer meer dan 70 jaar geleden en op de avond van 23 juni kwam ze eindelijk aan.
SCHWESTER MARIA JOSEFINE
Rosa Gertrud PILLE
“De vreugde van God is onze kracht. Halleluja.”
In navolging van deze antifoon uit het Goddelijk Lof gaf Zr. M. Josefine vorm aan haar weg door een vervuld religieus leven.
Op 31 december 1933 werd in Mühlen, district Vechta, een tweeling geboren: Gertrud, onze toekomstige Zr M. Josefine, en Margareta. De ouders, Josef Pille en zijn vrouw Emma, geboren Kolbeck, hadden een boerderij in Mühlen. Gertrud en haar 10 broers en zussen groeiden daar op in een beschermde omgeving. Vanaf Pasen 1940 ging ze naar de lagere school in haar geboortedorp en vanaf 1945 naar de particuliere middelbare school in Lohne. In 1950 slaagde ze voor het toelatingsexamen voor de lagere middelbare school van de particuliere hogere middelbare school in Vechta en studeerde ze af aan de middelbare school. Na haar eerste semester aan de katholieke lerarenopleiding trad ze in de herfst van 1954 toe tot onze religieuze gemeenschap en kreeg haar religieuze naam, Zr M. Josefine, toen ze werd ingewijd. Haar eerste professie vond plaats in 1957 in de Liebfrauenburg in Coesfeld.
Zr M. Josefine had veel talenten. Haar favoriete vakken op school waren wiskunde, biologie en muziek. Het was dan ook gemakkelijk voor haar om in 1960 het aanvullende examen orgelspelen te doen als onderdeel van haar eerste examen voor het beroep van onderwijzeres aan basisscholen. Ze mocht nu parttime werken als kerkorganist. In januari 1963 slaagde ze voor het tweede examen voor leraar aan basisscholen in Nedersaksen.
In 1963 werd zuster M. Josefine overgeplaatst naar het Vincenzhaus in Cloppenburg. Daar gaf ze les aan de speciale school voor kinderen in instellingen. Ze verdiepte haar pedagogische kennis tijdens een studiejaar in Hannover. Daar slaagde ze in 1965 voor het examen voor leraren in het speciaal onderwijs met het cijfer “goed”. Vanaf dat moment werd het Vincenzhaus in Cloppenburg het centrum van haar leven, in haar eerste jaren als lerares en van 1970 tot 1987 als directrice. Veel oud-leerlingen bleven haar hele leven dierbaar.
Met haar overplaatsing naar Vechta-Marienhain nam Zr. M. Josefine 10 jaar lang de leiding van het kindertehuis Marienhain op zich en werd tegelijkertijd organiste en koster van het Hedwigstift.
Zelfs na haar pensionering bleef ze trouw aan de kerkmuziek. Ze speelde twee keer per week in het Hedwigstift en als plaatsvervanger in de kloosterkerk van Marienhain.
Van 2004 tot 2010 nam Zuster M. Josefine de leiding van de communiteit in Salus op zich; ze zorgde liefdevol voor de oudere en zieke zusters die aan haar waren toevertrouwd met snoepjes, kaarten en bloemen. Een laatste dienst voor de zusters was het persoonlijk bidden van de rozenkrans voor elke begrafenis.
Zr M. Josefine was sinds 2014 patiënte in Salus en moest bij de sluiting van de afdeling in 2017 voor enkele maanden verhuizen naar het Hedwigstift, waar ze als voormalig organiste liefdevol werd opgevangen.
De verhuizing naar het bejaardencentrum in Kloster Annenthal was gemakkelijk voor haar; ze waardeerde de kloostersfeer met regelmatige gebedstijden en dagelijkse eucharistievieringen. Zr M. Josefine was sociaal. Als haar gezondheid het toeliet, nam ze deel aan de programma's van de sociale dienst, vooral als de zanggroep samenkwam. Ze was blij als ze mee naar buiten mocht of gevraagd werd voor een moment van stilte in onze kapel. Zr M. Jose-fine hield goed contact met haar familie. Ze was blij met bezoek van thuis. De laatste maanden werd Zr. M. Jo-sefine steeds stiller. Toen ze hoorde van het overlijden van haar tweelingzus Margareta, zei ze: “Nu is Marga-reta me voor geweest”. Niemand vermoedde dat zij haar spoedig zou volgen. Zuster M. Josefine was slechts een paar dagen bedlegerig. In de loop der jaren kreeg ze bekwame hulp van het verplegend personeel en alle steun van haar medezusters. Aan een lang religieus leven is een einde gekomen.
Schwester Maria Friedburga
Josepha VÖLKER
“Wij weten dat God alle dingen ten goede werkt voor wie hem liefhebben.”
Rom 8:28
Zr M. Friedburga werd geboren op 21 januari 1930 als dochter van August Völker en zijn vrouw Wilhelmine, née Book, in Lage, district Meppen. Ze werd gedoopt met de naam Josepha. Ze groeide op met tien broers en zussen in een groot gezin. Van haar 6e tot haar 14e ging Josepha naar de katholieke basisschool in haar geboortedorp. Ze schreef in haar biografie: “Nadat ik van school kwam, hielp ik mijn moeder met alle huishoudelijke taken en met het zorgen voor de jongere broertjes en zusjes.”
Josepha leerde onze zusters kennen in het Liebfrauenhaus in Vechta. Van 1949 tot 1950 maakte ze zich daar vertrouwd met alle aspecten van het huishouden. "Josepha was hardwerkend, ijverig en ambitieus", aldus de toenmalige huisoverste.
Josepha keerde nog vier jaar terug in het huishouden van haar ouders en gebruikte de vaardigheden die ze in het Liebfrauenhaus had geleerd. Op 7 oktober 1954 trad ze toe tot onze religieuze gemeenschap in Coesfeld en ontving haar religieuze naam Maria Friedburga toen ze gekleed was en haar naamdag vierde op Jozef. Haar patroonheilige bleef haar leven lang een trouwe metgezel.
Na haar eerste professie werd Zr. M. Friedburga benoemd in huishoudelijke bedieningen in verschillende takken. Haar eeuwige professie vond plaats op 24 februari 1963 in ons generalaat in Rome.
Zr M. Friedburga was heel voorzichtig, ze had niet alleen haar taak in gedachten, maar ook alles wat er in het huis gebeurde. Haar stille wens was om meer te mogen doen. Daarom verhuisde ze in 1972 naar Berlijn om een opleiding tot geriatrisch verpleegkundige te volgen in het Malteser ziekenhuis, die ze een jaar later met succes afrondde.
Van 1974 tot 1989 werkte zuster M. Friedburga in het Katharinenstift in Coesfeld. Een medezuster vertelde me dat ze op zondagmiddag naar het Katharinenstift ging met haar breiwerk, zodat ze bij de bewoners kon zijn in plaats van alleen op haar kamer te zitten. Dit betekende dat ze kon praten of gewoon luisteren. Dat waren gezellige uurtjes voor iedereen.
In 1989 verhuisde zuster M. Friedburga naar de verpleegafdeling van het klooster Annenthal. In die tijd waren er maar een paar vrije medewerkers in het huis. Zr. M. Friedburga zette zich met hart en ziel in voor haar medezusters. In 1996 werd ze ceremonieel uit haar actieve werk ontheven, maar ze nam nog kleine taken waar tot 2003.
Zr. M. Friedburga hield in de loop der jaren goed contact met haar familieleden. Ze was blij met bezoek en orchideeën. Daar had ze aanleg voor. Zr. M. Friedburga bleef nog enige tijd helpen in de refter, meestal zonder veel woorden.
Haar krachten namen af en ze verhuisde naar Salus, nu als zorgbehoevende zuster. Ze genoot van het bidden en, als haar gezondheid het toeliet, nam ze deel aan de programma's van de sociale dienst. Ze was blij als ze naar buiten werd gereden.
Zr M. Friedburga was slechts korte tijd bedlegerig. Ze kreeg deskundige zorg van het verplegend personeel en alle steun van haar medezusters. Aan een lang religieus leven is een einde gekomen en "we weten dat God alle dingen ten goede werkt voor hen die hem liefhebben."
ZUSTER MARIA BERNARDIS
“Gezegend zijn zij die bij u wonen, Heer, die u altijd prijzen.”
Psalm 84:5
We zongen dit lied in een vesperdienst voor de overledenen toen we tegelijkertijd het nieuws ontvingen van het overlijden van Zuster Maria Bernardis. Het was een hymne uit de vele diensten die Zr. M. Bernardis voor onze gemeenschap had samengesteld, en het weerspiegelt de spiritualiteit, de vitaliteit en het geloof die haar leven kenmerkten. Deze vreugde om God te loven vanuit de ervaring van zijn goedheid en voorzienigheid in haar leven was een kostbaar geschenk dat Zr. M. Bernardis al in haar ouderlijk huis had ontvangen. Daar maakte ze muziek, vierde ze feest, schreef ze poëzie, zong ze, schilderde ze en voerde ze toneel op - ook als bron van kracht in moeilijke situaties, zoals de bedreigingen tijdens de dictatuur van Hitler en de Tweede Wereldoorlog, waarin ook haar vaderland een strijdtoneel werd.Maria Verhoolen was een van de eerste leerlingen aan de Liebfrauenschule Mülhausen, die in de herfst van 1945 werd heropend nadat ze in 1940 door de nazi's in beslag was genomen en tot oorlogshospitaal was omgevormd. Zr. M. Bernardis dacht herhaaldelijk en dankbaar terug aan deze tijd van een nieuw begin en nieuwe leermogelijkheden. Het was voor haar bijzonder vormend om te zien hoe de zusters in de school en het internaat zich met al hun kracht inspanden om de jongeren gefundeerde levensperspectieven bij te brengen. Voor Zr. M. Bernardis was het een bijzonder geschenk dat haar grote talenten op het gebied van muziek, kunst en taal werden aangemoedigd. De ervaring om samen met de zusters de geestelijke verwarring van het naziregime achter zich te laten en de grote economische tegenspoed van de naoorlogse periode te overleven, was zeker een belangrijke reden waarom Maria zich na haar middelbare school bij onze religieuze gemeenschap voegde. Ze had ervaren dat God hen tegemoet komt die de weg van het zoeken naar God inslaan: “Zalig het volk dat kracht vindt in u, Heer, zij gaan voort met toenemende kracht ...” (Psalm 84:6,8).
Na een opleiding in kerkmuziek - vooral orgel - en een studie Duits, Frans en filosofie voor het gymnasium, begon Zr. M. Bernardis in 1967 les te geven aan de St. Lioba School in Bad Nauheim. Ze was een gepassioneerde lerares die zich inzette voor een allesomvattende opleiding voor haar leerlingen en naast de lessen ook vrijetijds- en vakantieactiviteiten organiseerde. Met de steun van de pastoor van de school plande ze studiereizen naar Israël en kon ze deze reisgroepen in het Heilige Land inspireren met de boodschap van Christus. Waarschijnlijk groeide hier haar verlangen om door te dringen tot de wortels van ons geloof, waarvoor ze later ook Hebreeuws leerde
Toen de communiteit in Bad Nauheim in 1994 werd opgeheven, kwam Zr. M. Bernardis naar het provinciehuis in Mülhausen en gaf nog een paar jaar les aan de Liebfrauenschule. Ze bleef creatief, ze opende bijvoorbeeld een “One World Shop” op het kloosterterrein, waar ze fair trade producten aanbood. Ze ging in op het verzoek van enkele zangers uit Oedt om samen met hen een zanggroep op te richten, die regelmatig in het klooster repeteerde en optrad bij kerkdiensten en familiefeesten. Ze was vooral verantwoordelijk voor de organisatie van de liturgie in de gemeenschap van het provinciehuis en de schoolgemeenschap. Ze leverde ideeën voor de vele grote feesten en vieringen op provinciale bijeenkomsten en was betrokken bij de organisatie van het programma tot ieders vreugde.
“De zaak van Jezus heeft enthousiastelingen nodig” - Zr. M. Bernardis zong dit lied; haar enthousiasme wekte enthousiasme op. Ze was een geschenk van God voor onze congregatie en voor de vele mensen voor wie ze een klasgenote, medezuster, collega, metgezel en vriendin was.
In de laatste jaren van haar leven nam haar geestelijke en lichamelijke kracht steeds meer af en kon je voelen hoe ze innerlijk tot rust was gekomen in haar grote broosheid. Op 27 maart kwam ze aan bij de “fonteinen van verlossing”: Zalig zijn zij die bij u wonen, Heer, die u altijd loven.
SCHWESTER MARIA VALERIA
“In de tijd van gunst zal Ik u verhoren, op de dag van verlossing zal Ik u helpen.”
(2 Kor 6, 2)
Zr M. Valeria overleed in de vroege namiddag van 22 maart na een lange en ernstige ziekte.
Johanna Melges werd geboren in Briedel an der Mosel als 4e kind van 6 kinderen. Haar ouders Josef en Luzia Melges hadden een wijnmakerij. Na 8 jaar lagere school hielp ze in het familiebedrijf, in het huishouden, in de wijngaard en in de landbouw.
Toen al hield ze van muziek en nam ze pianolessen. In 1953 verbleef ze een jaar bij familie in Düsseldorf. Hier leerde ze de Zusters van de Notre Dame kennen en toen ze de viering van een initiatie en professie meemaakte, leerde ze over de aspirantenschool daar. Na rijp beraad besloot ze daar in te treden om zich voor te bereiden op het religieuze leven en een opleiding tot kleuterleidster te volgen.
Al tijdens haar opleiding besefte ze dat deze taak niet bij haar paste. Johanna begon haar noviciaat in 1959 en kreeg bij haar wijding de naam Maria Valeria. Ze had deze naam gekozen ter nagedachtenis aan haar zus die als kind was overleden.
Na haar professie volgde ze een opleiding tot koordirigent en voltooide ze haar opleiding orgelmuziek aan het seminarie voor kerkmuziek in Essen. Ze voltooide de cursussen met goede resultaten. Hoewel zuster niet van pedagogisch werk hield, kreeg ze na 9 jaar werken in de kleuterschool in Duisburg-Meiderich een positieve beoordeling.
Nadat ze deze baan had opgezegd, kon ze haar liefde voor muziek voortzetten. Ze leidde het schoolkoor in Rheinbach, gaf muziekles en werkte als organiste.
Na de opheffing van de communiteit in Rheinbach verbleef ze twee jaar in Ratingen, waar ze de poortdienst en huishoudelijke taken overnam en veelgevraagd was als tijdelijk organist in de parochie.
In 2009 kwam Zr. M. Valeria naar Mülhausen en nam de poortdienst in het klooster over en deelde de organistendienst met .Zr M. Bernardis is de organist.
In 2018 werd bij Zus een ernstige vorm van kanker geconstateerd en de tumor kon tijdens de operatie niet volledig worden verwijderd. Er werd voorspeld dat ze nog maar kort te leven zou hebben. Zus verhuisde naar Haus Salus.
De volgende jaren werden gekenmerkt door “ups en downs” op gezondheidsgebied. Zuster hield zich strikt aan het dieetadvies van de artsen en deed er alles aan om de voortgang van de ziekte te vertragen of te stoppen.
Ze moest met sommige therapieën stoppen omdat de bijwerkingen te belastend waren. Ze leefde een zelfbepaald leven tot het einde en was erg actief. Ze was zich bewust van de ernst van haar ziekte en was bezig met sterven, maar zat ook vol toekomstplannen. Zo had ze weken geleden al iets gemaakt voor haar medezussen, wat ze hen wilde geven op haar verjaardag op 4 april.
Ze genoot van de natuur en was trots op haar aardbeiplanten in de verhoogde bedding en de bonenstruiken, evenals de weidebloemen die ze elk jaar zaaide.
Ze maakte graag fietstochten op haar e-bike wanneer haar gezondheid dat toeliet.
In Haus Salus maakte ze er ook een punt van om de kerkdienst op te luisteren met haar muzikale begeleiding en om samen met de zusters nieuwe liederen uit het gezangboek te oefenen.
Ze wist zichzelf altijd weer op te peppen na een dieptepunt door ziekte, dus haar plotselinge overlijden kwam voor ons allemaal als een verrassing.
Zuster M. Valeria was een grote toegewijde van Maria; we zullen haar altijd herinneren met de rozenkrans in haar handen. Het kan dus gezien worden als een teken dat op een zaterdag, die traditioneel gewijd is aan Maria
Maria, door God naar huis werd gebracht.
SCHWESTER MARIA LUDGERIE
“Uit de mond van kinderen schept u lof voor uzelf, o Heer.”
Psalm 8:3
Op de ochtend van 8 maart kwam er een einde aan het aardse leven van Zuster M. Ludgerie. Tijdens de lof baden we de antifoon: “Uit de mond van kinderen schept u lof voor uzelf, o Heer.”
Dit psalmvers heeft een verbinding met het leven van Zr. M. Ludgerie, die zich tijdens haar lange religieuze leven heeft ingezet voor de opvoeding van kinderen en jongeren.
Zr M. Ludgerie, Gertrud Klümper, was het op één na jongste kind van het echtpaar Ignaz en
Elisabeth Klümper in Stadtlohn, in het Münsterland. Ze had 4 broers en 5 schoonzussen.
Haar oudste zus Maria, zr M. Hermengilde, behoorde ook tot onze communiteit; zij overleed in 2014.
Gertrud ging naar de 8-jarige basisschool in haar geboorteplaats en daarna naar de vakschool voor huishoudkunde. Vanaf 1957 werkte ze als winkelbediende.
Zus vertelde dat haar grote familie veel feestjes gaf, altijd met muziek erbij. Zij en haar broers en zussen waren blij toen haar oudste zus in 1945 naar het toilet ging, omdat zij de jongere broers en zussen vrij streng had opgevoed.
In mei 1963 volgde Gertrud haar en ging in het klooster in Mulhouse. Toen ze in april 1964 werd ingewijd, kreeg ze de naam Zuster M. Ludgerie. Toen haar oversten haar vroegen wat ze kon bijdragen aan de congregatie, antwoordde ze: “Ik zou graag arme kinderen helpen onderwijzen.”
In overeenstemming met deze wens kreeg ze de juiste opleiding en bijscholing, die ze telkens met zeer goed resultaat afrondde. Daardoor kon ze taken op zich nemen als opvoedster, groepsleidster en huisleidster in verschillende instellingen in de provincie, zoals in Aken, Engers, Mülhausen en Kempen. Ook het ambt van huisoverste werd haar toevertrouwd. Ze voerde deze taken uit met vreugde, enthousiasme en vastberadenheid en spaarde zichzelf nooit. In de omgang met de aan haar toevertrouwde kinderen en jongeren, die uit moeilijke gezinssituaties kwamen, toonde ze veel begrip en empathie.
Na haar pensionering als lerares nam ze verschillende huishoudelijke taken op zich in Garmisch-Partenkirchen en Geldern.
Hoewel haar geestelijke vermogens in haar laatste jaren achteruit begonnen te gaan, droeg ze naar beste vermogen bij aan de gemeenschap en het gebedsleven.
Toen de vestiging in Gelden in 2023 werd gesloten, verhuisde ze met de zusters naar Haus Salus in Mulhouse.Ze voelde zich hier meteen thuis en genoot van de prachtige omgeving en de natuur.
Zolang haar fysieke kracht het toeliet, was ze behulpzaam en attent voor haar zusters.De laatste maanden werden gekenmerkt door een alarmerend krachtverlies, waardoor ze steeds meer op bed was aangewezen.
In het evangelie van de dag van haar overlijden wordt Mattheüs door Jezus opgeroepen om hem te volgen vanaf het douanekantoor; zuster M. Ludgerie heeft nu eindelijk gehoor gegeven aan de oproep van Jezus.
SCHWESTER MARIA HATWIG
“Doe alles wat hij je zegt!” (Johannes 2:5)
Maria, de moeder van Jezus, gaf deze opdracht aan de bedienden op de bruiloft in Kana. Dit woord had ook een baanbrekende betekenis voor het leven van Zuster Maria Hat-wig. Ze stond open voor Gods roep en liet zich erdoor leiden. In haar lange en bewogen leven heeft ze vele gelegenheden gehad om dit te doen.
Zuster Maria Hatwig, Klara Doctor, werd geboren op 14 oktober 1929 in Lindenau, Neder-Silezië. Het gebied was in oktober al zo besneeuwd dat ze een paar dagen later in een paardenslee naar haar doop werd gebracht. Klara was de oudste van vier kinderen van Josef en Camilla Doctor. Haar vader, een elektricien, kwam om het leven bij een verkeersongeluk in 1939.
Klara ging naar de basisschool in Grüssau en werkte daarna in een huishouding totdat ze in 1946 uit haar geliefde vaderland Silezië werd verdreven. Het gezin verhuisde naar Ahlen. Hier vond Klara de kans om haar moeder te ondersteunen bij de zorg voor het gezin door te werken in de kantinekeuken van de St Michael's School met internaat. Dankzij de hulp van de zusters kon ze al snel naar de handelsschool. Daarna voltooide ze de vrouwenvakschool voor kleuterleidsters bij de zusters van U. L. Frau in Mulhouse. Tijdens haar opleiding koesterde ze het verlangen om zelf in de congregatie te gaan.
Clare begon haar postulaat in Ahlen in 1951. Haar toewijding aan de heilige Hedwig, de beschermheilige van Silezië, leidde tot haar religieuze naam Zr. Na haar noviciaat werkte Zr. M. Hatwig als groepsleidster in kleuterscholen en internaatsgroepen. Verschillende getuigenissen over deze activiteiten getuigden van haar “opgewekte betrokkenheid, serieuze verantwoordelijkheid, kundige, intelligente aanpak en empathie gekoppeld aan oprechte moederlijkheid”. Na een verdere opleiding als jeugdleidster nam Zr. M. Hatwig de praktische opleiding van kleuterleidsters in spe over aan de Liebfrauenschule in Coesfeld. Een vervolgopleiding in sociale wetenschappen en Duitse studies, gevolgd door een stage, kwalificeerde haar voor het beroep van onderwijzeres. Ze keerde met grote inzet terug naar het onderwijs aan de Liebfrauenschule in Coesfeld totdat een nieuwe opdracht een einde maakte aan haar onderwijscarrière.
In 1986 werd Zr. M. Hatwig gevraagd om de taken van provinciale overste in de provincie Mulhouse op zich te nemen. Volgens het bijbelwoord dat haar begeleidde: “Wat hij je zegt, doe”, zei ze ook ja. Na een tweede ambtstermijn keerde Zr. M. Hatwig terug naar Coesfeld en werd Provinciaal Secretaris, een functie die ze met grote betrouwbaarheid en haar gebruikelijke precisie uitoefende. Vanaf 2008, na de samenvoeging van de Duitse provincies, was ze betrokken als huissecretaris. In de laatste jaren van haar pensioen nam ze graag de tijd voor stil gebed en vooral voor lezen. Ze genoot van de natuur, vooral in de lente, als alles weer begon te groeien en bloeien.Zr. M. Hatwig had een speciale band met haar broers en zussen vanwege de moeilijke ervaringen die ze als kind hadden gedeeld. Ze hield altijd goed contact met hen en hun families. Ze ging graag naar familiebijeenkomsten in Krefeld. Het was een bijzondere vreugde voor haar als ze bezoek kreeg van haar nichtjes en neefjes uit Italië tijdens haar vakanties, die ze vaak doorbracht in de Alpen.
Na haar 95e verjaardag ging de kracht van Zr. M. Hatwig zichtbaar achteruit. Ze aanvaardde dankbaar de nodige hulp van de zorgzame zusters. Het woord “Dank u wel!” was steeds weer van haar lippen te lezen.
Op 8 december 2024, een Mariafeestdag, hoorde ze opnieuw de woorden van de Heilige Moeder: “Doe wat Hij je zegt”. In haar houding: “Zoals God het wil!” legde Zr. M. Hatwig haar leven terug in de handen van haar Schepper, bij wie ze nu voor altijd veilig is.
SCHWESTER MARIA FIDELIA
“Gods heil zal aan alle mensen worden geschonken (...)
en naar het banket van gelukzaligheid gaan zij die door de Heer zijn verlost.”
vgl. Js 35, 1 e.v.
In de vroege avond van 4 december ging de Advent - de komst van de Heer - in vervulling voor Zuster M. Fidelia. Zuster M. Fidelia - Gertrud Heyen was de oudste dochter van het echtpaar Nikolaus en Anna Heyen. Ze had twee zussen en drie broers. Thekla, zuster M. Mathildis, volgde haar op in onze gemeenschap; zij overleed in 2007.
Gertrud bezocht de eenklassige lagere school in haar geboorteplaats Niederweis en daarna de landelijke vakschool in Alsdorf. Van 1948 - 49 ging ze naar de plattelandsvrouwenschool in Geldern. Tot ze in 1950 naar Mülhausen verhuisde, hielp ze in het huishouden en op de boerderij van haar ouders.
Na haar noviciaat en in de loop van haar religieuze leven volgde Zr. M. Fidelia verschillende opleidingen in huishouding en tuinbouw. Deze voltooide ze altijd met zeer goed resultaat. Met enthousiasme en plezier zette ze haar verworven vaardigheden in, bijvoorbeeld in het tuincentrum van het klooster Mülhausen, in kantinekeukens in Ratingen, Düsseldorf, Rheinbach of in de pensionkeuken in Mülhausen.
Zr. M. Fidelia was altijd gul en bereid om te helpen als mensen met verzoeken bij haar kwamen. Tijdens haar vele dienstjaren streefde ze er altijd naar om een goede werksfeer te creëren en interesseerde ze zich voor de persoonlijke zorgen van haar medewerkers, die ze in haar gebeden opnam, wat ze tot het einde toe volhield. Ze onderhield bijzonder nauw contact met haar familie en deelde in hun vreugde en verdriet.
Naast haar professionele taken had ze een breed scala aan interesses. Ze volgde de ontwikkelingen in onze gemeente, de kerk en de wereld met een open geest en begeleidde deze met haar gebeden. Het was altijd een plezier om met haar te praten.
Op de dag van haar overlijden sprak de dagelijkse lezing over Gods uitnodiging aan alle volken voor een uitgebreid banket op de berg Sion en in het evangelie hoorden we de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van de broden. In geloof weten we dat Zr M. Fidelia, die zoveel mensen voedde in haar leven, nu zelf uitgenodigd is voor het eeuwige banket.
Schwester Maria Adelberta
Arnoldina Henrica VAN DE WETERING
Provincie Maria Regina, Coesfeld, Duitsland
Geboortedatum en -plaats: 25 maart 1928 Milheeze
Datum en plaats van beroep: 03 augustus 1953 Tegelen
Datum en plaats van overlijden: 06 oktober 2024 Tegelen, Nederland
Wat verlangt mijn hart meer dan U verheugd te ontmoeten.
U die leven bent en leven geeft.
Deze woorden kunnen we zuster Maria Adelberta in de mond leggen nu ze geroepen is door haar Schepper. Ze kent nu de vreugde waarmee God degenen die hem liefhebben verwacht. En dat is precies wat ze deed: God liefhebben.
Arnoldina Henrica groeide op in Milheeze in een landelijke omgeving als op één na oudste dochter met 7 broers en zussen.
Ze vulde haar leven op haar eigen manier in, in verschillende huizen van de congregatie.
Na een achtjarig verblijf in Rome als aanbiddingszuster kwam ze naar Tegelen en ging in 1974 naar Maria Auxiliatrix om de tweejarige opleiding verpleegkunde af te ronden.
Daarna kwam ze naar Wessem om 12 jaar in de ouderenzorg te werken.
In Helmond zorgde ze voor de keuken en het huis, daarna volgde Milheeze.
Nadat het huis daar in 2002 gesloten werd, besloot ze alleen te gaan wonen in de Marialaan, een instelling voor ouderen, in Milheeze. Daar voelde ze zich meteen thuis.
Ze had genoeg hobby's om haar tijd te vullen. Ze hielp ook mee met het voorbereiden van de diensten in het bejaardentehuis en in de parochiekerk. Ze nam graag deel aan activiteiten.
In 2021 besloot ze naar Tegelen te komen. Ze miste het contact met haar vertrouwde omgeving. De afgelopen weken moest ze om gezondheidsredenen verhuizen naar verzorgingshuis “St Julia” in Tegelen.
We vertrouwen erop dat ze nu de Heer zal zien voor wie ze alles heeft gedaan.